Je wordt er mee doodgegooid. Met zelfhulpboeken en geluidsmeditaties voor meer zelfvertrouwen, een rechtere rug en een stralende glimlach. De glimlach van succes welteverstaan. Fake it till you make it. Het doel daarvan is dat we trots en zelfverzekerd rondlopen en zonder blikken of blozen met elkaar delen hoe keigoed het ons gaat. Kijk naar social media. Elke stap die we zetten moet op een filmpje worden vastgelegd alsof we net de Tilburg Ten Miles gewonnen hebben, terwijl we in onze trainingsbroek op het eigen dakterras zitten.

Libido

Jezelf willen manifesteren op het dak van de wereld, is een menselijke behoefte. Daar hebben we een ego voor. Kijk naar de twintigers en dertigers. De energie spat er vanaf, om maar niet te spreken over hun libido. Fake it till you make it. Nou, als de Brabantse ondernemers één ding goed kunnen is het faken dat ze geen succes hebben of niet gewoon keigoed in hun werk zijn. Vraag het ze zelf maar. Het kan altijd beter, het is meestal ‘zo zo’ of zelfs een kwestie van geluk. Maar als ik me goed herinner, liet het coronavirus ons juist inzien dat we blij mogen zijn met wat we hebben. Covid-19 zorgde voor een herwaardering van hetgeen we hebben en willen behouden. En dat is onze keigoeie, kei-creatieve en kei-productieve Brabantse maakindustrie.

Content

Desondanks wordt er door ondernemers nog steeds gezeurd. Over geen goede mensen kunnen vinden, over grondstofprijzen die omhoog gaan en over oplopende levertijden. Omdat we bang zijn dat klanten denken dat we te duur worden als het ons goed gaat misschien? Omdat we onze con-collega’s niet de ogen uit willen steken? Jongens, bang zijn is het tegenovergestelde van kansen pakken. Laten we content zijn; we zíjn er tenminste. Sterker, door het coronavirus gaan sommige zaken zelfs beter dan ooit. Vier dit succes met bier en bitterballen, maar vooral hardop met elkaar. Daar hebben wij Brabanders echt geen keigoeie cursus voor nodig. ‘Brabant heggud gemoakt’. Op deze tattoo als modetrend zit ik nog steeds te wachten. Als dit te lang gaat duren, laat ik ‘m zélf zetten.